Van heel Toscane is in de provincie Siena waarschijnlijk het meest te zien. De Chianti-regio, de Val d’Orcia en tal van stadjes en dorpjes die deze streek een ongekende charme geven. Zonder twijfel kun je dit stukje land ‘een geconcentreerde vorm van Toscane’ noemen.
Om eerlijk te zijn, de stad Siena is een goed gevulde dagtrip waard. Verspreid over drie heuvels bestaat de stad uit wijken die trots zijn op hun eigenheid (de contrades) en die zich twee keer per jaar meten met elkaar in de beroemde paardenrace, de Palio. Die sterke persoonlijkheid kenmerkt ook de stad in haar geheel, die er veel aan gelegen is haar eeuwige rivaal Firenze de loef af te kunnen steken. Die wedijver ligt voor een groot deel aan de basis van de originaliteit van haar geleerden en de virtuositeit van haar artiesten.
Na enkele dagen op verkenning te zijn gegaan in die verrassende doolhof van de straten van Siena is misschien de aandrang groot eens wat groen op te zoeken op het omliggende platteland. Deze trip zal stuk voor stuk iedereen verrukken: terwijl de Chianti in het noorden niet meer voorgesteld hoeft te worden, is het zuidoosten vaak minder bekend. Daar kunnen enkele prachtige tochten ondernomen worden, waarop we hieronder terugkomen.
Siena: de schelp waarin u de ziel van Toscane hoort ruisen…
Samen met Firenze is Siena een van de kunstparels van Italië.
- Het hart van de stad is een van de mooiste middeleeuwse pleinen van Europa, het Piazza del Campo, in de vorm van een schelp; met aan de zuidkant het Palazzo Pubblico, een sierlijk gotisch paleis, waarvan de bijna 100 meter hoge Torre del Mangia (de dappersten kunnen die beklimmen!) de stad en omgeving overheerst. De talrijke gebouwen en straten uit de middeleeuwen herinneren aan de gouden eeuw van Siena, tussen 1260 en 1348. Oude rivaliteiten steken in juli en augustus weer de kop op bij de Palio, een paardenrace die vermoedelijk teruggaat tot de dertiende eeuw.
- De Duomo combineert op spectaculaire wijze beeldhouwwerken, schilderijen en gotisch-romaanse architectuur. Ga zeker de ‘Libreria Piccolomini’ bekijken die geweldige schilderijen van Pinturrichio huisvest. Bezoek ook het Baptisterium onder aan de Dom.
- Niet ver daarvandaan ligt het Museo dell’Opera Metropolitana, dat verschillende meesterwerken bevat, waaronder de Maestà, een polyptiek van Duccio. Nog in de afdeling musea vindt u het Palazzo Piccolomini met het museum van de staatsarchieven, net zoals de Pinacoteca nazionale met een schilderijenverzameling van de school van Siena.
- De basiliek van San Domenico (probeer de auto kwijt te raken in de nabijgelegen parking) is de mooiste kerk van de stad. Ze is gebouwd met een Egyptisch kruis als grondplan, heeft een indrukwekkend gewelf en een dwarsschip met hoge kapellen in cisterciënzer stijl. Ze telt twee mooie fresco’s van Il Sodoma in de kapel van Sint-Catherina.
Siena is ook goed voorzien van kledingwinkels, kruideniers, theehuizen enzovoort, die van uw ‘winkelwandelingen’ momenten van verrukking maken.
Ten zuidoosten van Siena: Arezzo, Val Chiana, Peruggia en Cetona
De streek ten zuidoosten van Siena blijft een van de mooiste streken van Toscane. We zouden u graag uitnodigen er minstens één dag voor uit te trekken, in de wetenschap dat elk van de vijf rondritten die we hieronder voorstellen (of beter gezegd: delen van rondritten) een hele dag duren…
- Een eerste trip maakt een lus tussen de waterstad Chianciano Terme en de pittoreske (zij het wat toeristische) vesting Montepulciano. Om er zeker van te zijn dat u door de mooiste landschappen trekt, komt u vorbij een plek genaamd La Foce voordat u Piena binnenduikt, een aanbiddelijk klein stadje van tussen de middeleeuwen en de renaissance.
- Op onze tweede uitstap (iets langer) vertrekt u vanuit de burgerstad Cortona, die de Val Chiana beheerst. Daarna hebt u wat kilometers (ongeveer 60) voor de kiezen pal naar het zuiden tot Cetona, het voorgebergte in. U beklimt vervolgens de Cassia (legendarische Romeinse weg) richting San Casciano dei Bagni tot San Qurico d’Orcia en Montalcino. Daarna keert u terug naar Cortona, via Torrita di Siena.
- De derde route laat u beginnen met een verkenning van het indrukwekkende Trasimenomeer, waar u omheen trekt. Op de noordelijke rondweg ligt Passignano sul Trasimeno, een prachtig dorpje dat pootjebaadt in het water. Vandaar bereikt u Perugia, de hoofdstad van Umbrië, met een doolhof van nauwe straatjes. De terugweg gaat langs het zuiden van het meer.
- Een andere trip verbindt het eerder vermelde Cortona met Arezzo. Het idee is wat meer tijd te besteden in Cortona, waar het Etruskische museum een omweg waard is. Op weg naar de mooie stad Arezzo (overigens het decor van de film ‘La vita è bella’) mag u zeker niet vergeten een aperitief te drinken in het hoger gelegen Castiglion Fiorentino, waar u een prachtig uitzicht hebt over de Val Chiana.
- Ten slotte is er een andere manier om Arezzo te bereiken door vanuit Siena een zuidelijke lus te maken via Buonconvento, de prachtige abdij van Monte Oliveto Maggiore en uiteindelijk Asciano.
Het advies van Dolce Vita
Waar slapen? Activiteiten: Andere bestemmingen: